De Zoete Pap

Samenvatting

Het verhaal gaat over een arm meisje dat samen met haar moeder leeft en worstelt met honger en armoede. Tijdens een tocht naar het bos ontmoet het meisje een vriendelijke oude vrouw die haar een magische pan geeft, waarmee door het uitspreken van een toverwoord zoete pap kan worden gekookt. Dit verandert hun leven, want ze kunnen nu eten wanneer ze willen. Echter, wanneer de moeder alleen thuis is en de toverwoorden niet kent, blijft de pan koken, wat resulteert in een stroom van pap die het hele huis en de straat vult. Deze situatie veroorzaakt paniek onder de bewoners. Pas als het meisje terugkeert en het juiste toverwoord gebruikt om te stoppen, komt er een einde aan de overdaad. Het verhaal illustreert thema's als overvloed, de verantwoordelijkheden die met magische geschenken komen, en de onbedoelde gevolgen van het niet naleven van richtlijnen.

Luister naar de audio


Lees online

Er was eens een arm, maar goed meisje dat alleen woonde met haar moeder. Ze hadden niets meer te eten. Dus het kind ging het bos in. Daar ontmoette ze een oude vrouw die zich het verdriet van het kind erg aantrok. De oude vrouw gaf het meisje een magische pan en een toverwoord. Als ze zei: “Kook, pannetje, kook”, dan zou de pan vanzelf lekkere zoete pap koken. En als ze zei: “Stop, Pannetje, dan zou de pan op houden met koken.“

Het meisje nam de pan mee naar haar moeder. Nu waren ze verlost van hun armoede en honger! Ze aten de Zoete Pap zo vaak en zoveel als ze wilden. Op een dag, toen het meisje weg was, zei haar moeder: “Kook, pannetje, kook”. En de pan kookte en ze at zoveel zoete pap totdat ze verzadigd was. Toen wilde ze dat de pan stopte met koken, maar ze kende het toverwoord niet. Dus de pan kookte maar door en door en de Zoete Pap rees over de rand.

De Pap vulde de hele keuken en het hele huis. En toen ging de Zoete Pap ook nog door naar het volgende huis, en zelfs door de hele straat. Het was alsof de Pap de honger van alle mensen op de wereld wilde stillen. Iedereen verkeerde nu in grote angst want niemand wist hoe ze het koken moesten stoppen. Toen er uiteindelijk nog maar één huis zonder Pap over was, kwam het kind thuis en zei gewoon: “Stop, pannetje”, en de pan stopte met koken.

En wie weer naar de stad wilde terugkeren, die moest zijn weg terug door de Zoete Pap heen eten.