De Wolf en het Lammetje

Samenvatting

Dit verhaal draait om een ontmoeting tussen een lammetje en een wolf bij een beekje. Het lammetje, dat apart staat vanwege zijn onschuld, wordt opgemerkt door een hongerige wolf. Hoewel de wolf normaliter zonder aarzeling zijn prooi zou verorberen, voelt hij voor dit lammetje de noodzaak om een rechtvaardiging te verzinnen voor zijn aanstaande aanval. Hij beschuldigt het lammetje ervan het water te vertroebelen, hoewel dat feitelijk onmogelijk is omdat de wolf hogerop staat. Ondanks de verdedigingen van het lammetje zoekt de wolf steeds nieuwe beschuldigingen, inclusief het verleden van het lammetje’s familie. Uiteindelijk negeert de wolf zijn eigen schijnrechtvaardigheid en besluit het lammetje alsnog te verorberen. Het verhaal illustreert de krachteloosheid van onschuld tegenover wrede macht en de mogelijkheid van valse voorwendselen bij kwaadaardige intenties.

Luister naar de audio


Lees online

Een verdwaald lammetje stond op een ochtend water te drinken aan een beekje. Diezelfde ochtend liep er iets hoger een hongerige wolf op zoek naar eten. Al snel kreeg hij het lammetje in de gaten. Normaliter greep Meneer Wolf zulks lekkers zonder erbij na te denken, maar er was iets in het lammetje dat hem heel hulpeloos en onschuldig deed voorkomen. Hierdoor had de wolf het gevoel dat hij een reden moest bedenken om haar op te eten.

“Hoe durf je in mijn beekje te staan en het water te vertroebelen met modder!” riep de wolf hard. “Je verdient het om gestraft te worden voor deze onbehoorlijkheid.”

“Maar uwe hoogheid”, antwoordde het bevende lammetje, “wees niet boos! Ik kan onmogelijk modder veroorzaken in het water dat u daar drinkt. U staat namelijk bovenaan de stroom en ik beneden.”

“Je maakt het modderig!” hield de wolf boos vol. “En bovendien, ik heb gehoord dat je vorig jaar leugens over mij hebt verteld!”

“Hoe had ik dat kunnen doen?” pleitte het lammetje. “Ik ben pas net geboren.”

“Als jij het niet was, dan was het jouw broer!”

“Maar ik heb helemaal geen broers.”

“Het is iemand in jouw familie”, snauwde de wolf. “Maar ongeacht wie het was, ik zie niet van mijn ontbijt af.”

En zonder nog iets te zeggen, greep de wolf het arme lammetje en at haar op in het bos.