Een zekere man die vreemde landen bezocht, kon bij zijn terugkeer naar huis over weinig anders praten dan over de wonderbaarlijke avonturen die hij had beleefd.
Verder sprak hij ook graag over de grote daden die hij in het buitenland had verricht.
Eén van de heldendaden waar hij over vertelde, was een sprong die hij had gemaakt in een stad, genaamd Rhodos.
Die sprong was zo groot, zei hij, dat geen enkele andere man, ook maar in de verste verte, ooit zo ver zou kunnen springen.
Heel veel mensen op Rhodos hadden hem het zien doen en zouden bewijzen dat wat hij vertelde waar was.
“Geen getuigen nodig”, zei één van de toehoorders. “Stel dat deze stad Rhodos is. Laat ons dan nu maar eens zien hoe ver je kunt springen.”
