De Ondankbare Zoon

Samenvatting

Dit verhaal gaat over een man die een waardevolle les in dankbaarheid en vergiffenis leert. De man en zijn vrouw bereiden een gebraden haan voor een maaltijd, maar als de vader van de man nadert, verbergt hij de haan om hem niet te hoeven delen. Na het vertrek van zijn vader, raakt de man de haan aan, die verandert in een eend die zich aan zijn gezicht vastklampt. De man ervaart veel pijn en kan de eend niet verwijderd krijgen, totdat hij zich zijn gierigheid realiseert en zijn vader om vergeving vraagt. Zodra hij dit doet, verandert de eend weer in een haan, en de familie eet samen onder de nieuwe les van vergeving en gedeeld geluk. Het verhaal benadrukt het belang van generositeit en de kracht van vergeving.

Luister naar de audio


Lees online

Er zat eens een man met zijn vrouw voor de deur klaar om samen een gebraden haan te eten. Toen zag de man zijn oude vader aan komen lopen. Hij verborg hierop gauw de haan omdat hij hem niet met zijn vader wilde delen. De oude man kwam, dronk een glaasje en ging toen weer naar huis. Nu wilde de zoon de haan weer op tafel zetten, maar toen hij het aanraakte, veranderde de haan opeens in een grote eend die hem direct in het gezicht vloog en er niet meer af wilde.

De ondankbare zoon sprookje

Wanneer iemand probeerde haar weg te nemen, dan klampte de eend zich venijnig vast. Niemand mocht haar aanraken en de ondankbare zoon moest haar iedere dag eten geven, anders zou ze hem aan stukken hebben gereten. Zijn vrienden kwamen één voor één proberen om hem van het dier te bevrijden, maar niets lukte!

Zodra iemand maar probeerde om haar weg te halen, drukte de eend haar nagels in het vlees van de zoon, die het dan uitschreeuwde van de pijn en riep: ‘Laat maar zitten! Het doet te veel pijn!’ Lang duurde het voordat de man nadacht over de oorzaak van deze ramp. En toen hij zijn schuld ten volle begreep, duurde het nog een hele tijd eer hij het aan zichzelf bekende.

Een tijd later, zat hij wederom met zijn vrouw voor de huisdeur met een gebraden haan, die ze op wilden eten. Wederom zag de man zijn oude vader aan komen lopen. Toen deze naderde, stond de zoon op en liep naar hem toe. Verschrikt vroeg de vader: ‘Mijn zoon, wat heb jij daar voor lelijk dier op je gezicht zitten? Doe het weg!’

‘Helaas’, zei de zoon. ‘Ik kan het niet en niemand kan het.’ En hij wierp zich voor zijn oude vader op de knieën, bekende zijn gierigheid en vroeg om vergiffenis. ‘Ik vergeef je, mijn zoon!’, sprak de vader. En op datzelfde ogenblik veranderde de eend weer in een gebraden haan.

Samen aten de zoon, vrouw en vader. ‘Het smaakt heerlijk’, zei de oude man. ‘Want deze hanen zijn goed gebraden.’ ‘En mij smaakt het heerlijk, omdat ik vergiffenis van u heb gekregen’, antwoordde de zoon.